S.M.E.T Kamermuziek

Kamermuziekserie
Vespucci Quartet
Lisanne Soeterbroek | viool
Marieke Kosters| viool
Stephanie Steiner | altviool
Douw Fonda | cello
Het Vespucci strijkkwartet werd opgericht in 2009 en speelt inmiddels op vele podia in Nederland, Duitsland en België. Het speelde op festivals als het Grachtenfestival Amsterdam, Grachtenfestival aan de Maas, Int. Kamermuziek Festival Utrecht en Kamermuziekfestival Hoorn. Ze waren live op de radio te beluisteren bij programma’s als Opium, Diskotabel en Spiegelzaal. Een bijzonder optreden was in 2015, in het bijzijn van prinses Beatrix openden zij de nieuwe vleugel van het Van Gogh-museum.
Zij hebben twee CD’s uitgebracht ‘Debut’ (2014) met werken van Mozart en Dvorák en in 2019 een CD met werken van Haydn, Webern en Brahms.
Naast hun reguliere concerten, heeft het kwartet zich de afgelopen paar jaar ook beziggehouden met het ontwikkelen van bijzondere concerten/voorstellingen. Zo ontstonden het filmproject ‘Kreutzersonate’ met video-artist Michal Grycko, het dansproject ‘Prokofiev moves’ met o.a. prima ballerina Maria Seletskaja (Koninklijk Ballet Vlaanderen) en de kindervoorstelling ‘De Nieuwe Kleren van de Keizer’ (5+) met acteur Steef Hupkes, die nog steeds te zien is. Het concept van deze voorstellingen werd steeds ontworpen door primarius Lisanne Soeterbroek, zij is tevens concertmeester van Antwerp Symphony Orchestra.
Ook in Corona-tijd bleven de Vespucci’s zoveel mogelijk actief en werkte het kwartet veelvuldig mee aan livestreams, die nog steeds te vinden zijn op hun YouTube-kanaal.
Om hun ambities verder uit te bouwen richtten ze in 2021 de Stichting Vespucci Kwartet op, waarmee zij hun eigen serie ‘Vespucci Quartet & Friends’ kunnen realiseren en ‘Vrienden van het Vespucci Kwartet’ verder kunnen uitwerken.
Programma
Het strijkkwartet Op. 56 ‘Voces Intimae’ heeft deze bijnaam meegekregen omdat Sibelius die tekst boven een aantal noten in de partituur schreef. Sibelius had als student al enkele werken voor strijkkwartet geschreven maar de Voces Intimae is het enige kwartet dat hij op middelbare leeftijd schreef, en hij had er een lange tijd voor nodig om dit strijkkwartet voltooid te krijgen. Perfectionist als hij was, bleef hij maar schaven aan het werk. Hij begon rond 1900, werkte eraan in 1909 in Londen maar pas in april 1909 is de compositie dan eindelijk af, als Sibelius alweer in Berlijn is. Tegelijkertijd ging het met de gezondheid van de Fin niet zo goed. In 1908 moest er een tumor uit zijn keel verwijderd worden. Vanaf die tijd begint zijn muziek somberder te worden en meer introvert. Echter deze compositie is daar nog een uitzondering op, zoals hij zelf toegeeft in een brief aan zijn vrouw Aino: "It turned out as something wonderful. The kind of thing that brings a smile to your lips at the hour of death. I will say no more.”
Het originele script geeft een andere finale dan het gepubliceerde exemplaar; men denkt dat in de zomer van 1909 Sibelius alsnog de finale heeft gewijzigd. In 1910 kwam het tot de wereldpremière in Helsinki Muziek Instituut.
Het 2e strijkkwartet van Leoš Janáček, met ondertitel ‘Intieme Brieven’, is een tot de verbeelding sprekend werk. Een van de tederste lofzangen op een geliefde ooit geschreven. De 64-jarige Janáček schrijft, amper een maand voor zijn dood in 3 weken tijd, dit passionele werk in volle vervoering en verlangen voor de jonge studente Kamila Stösslová op wie hij stapelverliefd is geworden. Hij schrijft na de première gehoord te hebben zelf over dit meesterwerk: “Dit stuk is in vuur en vlam geschreven. Toen ik de eerste uitvoering hoorde, vond ik de bevestiging dat het een werk is dat uit levend vlees is gehouwen. Ik geloof niet dat ik ooit nog een waarachtiger en dieper gevoeld werk zal schrijven.” De brieven in kwestie zijn een heel intense briefwisseling trouwens, van maar liefst zevenhonderd exemplaren over een periode van elf jaar. Ze zijn tot op heden alleen gedeeltelijk in het Tsjechisch uitgegeven.
Wie de uitgaven van de afzonderlijke partijen beschouwt, zal verrast zijn over hun chaotische aanzien. Er zijn verschillen in tempo- en articulatie aanduiding. In de praktijk moet je daar maar niet teveel op letten. Het biedt juist de mogelijkheid om in iedere vertolking met nieuwe inzichten te komen. Voor de uitvoerenden is het zowel in fysiek als in emotioneel opzicht een zeer grote uitdaging.
Via een collega aan de orgelschool van Brno Rudolph Reissig leerde Janáček de viola d’amore kennen en besloot dat dit instrument bij uitstek in de Intieme Brieven van pas kwam. Hij schreef daarover:
“Het hele werk wordt bijeen gehouden door een speciaal instrument: …. de viola d’amour …. in dit werk zal ik met jou alleen zijn.”
Helaas bleek die partij te moeilijk voor de oorspronkelijke altist van het Moravisch kwartet die de wereldpremière verzorgde. Een verandering terug naar de altviool bleek noodzakelijk. Maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw reconstrueerde violist Milan Škampa het origineel. Dit is gedocumenteerd in een nieuwe Bärenreiter uitgave.
‘Poem’ voor strijkkwartet schreef Rebecca Clarke in 1926 toen ze 40 werd, een pareltje van slechts 8 minuten, het is gedurende haar leven nooit uitgegeven. Gelukkig is het manuscript nooit verloren gegaan en is het in 2004 uitgegeven.
Rebecca werd geboren in 1886 en beleefde een tumultueuze jeugd met een gewelddadige vader, ze begon viool te spelen op haar achtste en ging in 1903 studeren aan de Royal Academy of Music. Haar harmonie leraar vroeg haar in 1905 ten huwelijk, waarop ze door haar vader, die het huwelijk verbood, werd gedwongen de Academy te verlaten.
In 1908 keerde ze terug op de Academy en studeerde o.a. altviool bij Lionel Tertis en compositie bij Frederick Bridge. Componeren werd naast de altviool haar passie en een soort toevluchtsoord en uitlaatklep. In 1910 werd ze door haar vader op straat gezet. Vastbesloten als ze was maakte ze naam als altvioliste en trad in 1913 in dienst bij het Queen’s Hall Orchestra. Ook trad ze op met beroemde musici als Casals, Thibaud, Heifetz, Rubinstein en met het strijkkwartet van de zusjes d’Aranyi en celliste Guilhermina Suggia.
Haar relatief kleine Oeuvre (ong. 80 werken) omvat veel vocale werken maar ze is bekend geworden met haar instrumentale composities. Met name met de prachtige sonate voor altviool. Gramophone classificeerde haar als “een van de allerbeste van haar tijd.”
Na het sensationele succes van haar altvioolsonate in 1919 was zij bijzonder populair. Met haar 1.80 meter werd zij door Rubinstein “de glorieuze Rebecca Clarke” genoemd. Na WO II verdween haar muziek en zijzelf meer en meer naar de achtergrond. Tegenwoordig staan haar composities, zeer terecht, weer vaker op concertprogramma’s, o.a. haar pianotrio wordt als een meesterwerk beschouwd.
Programma:
- Jean Sibelius - 'Voces Intimae’ strijkkwartet in d. Op. 56
(deel 1 en 2 worden zonder onderbreking uitgevoerd) - Andante - allegro molto moderato
- Vivace
- Adagio di molto; (met de aantekening Voces Intimae)
- Allegretto (ma pesante)
- Allegro
- Leoš Janácek – ‘Listy dûvėrné’ (intieme brieven) strijkkwartet No. 2
- Andante
- Adagio
- Moderato
- Allegro
- Rebecca Clarke - ‘Poem’
- Adagio
Entree : € 18,00
Kinderen vanaf 12 jaar en studenten € 10,00
Kinderen t/m 11 jaar gratis
DIT CONCERT IS TOEGANKELIJK MET DE PODIUM PAS
Betaling bij aanvang concert contant of met pin. Wij reserveren geen vaste zitplaatsen.
Kaarten reserveren is mogelijk via de link bovenaan de pagina of via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Parkeren op het terrein van Het Cenakel is niet mogelijk. De dichtstbijzijnde parkeermogelijkheid is aan de overzijde bij het koetshuis. Meer parkeermogelijkheden op de homepage.